Tegenwoordig zijn er al veel melkveehouders die tocht detecteren met sensoren. Inmiddels is het ook mogelijk drachtigheid vast te stellen op basis van automatisch genomen melkmonsters of het melkcelgetal on-line te meten. Stappentellers zijn geëvolueerd tot activiteitsmeters waarmee afwijkend gedrag kan worden opgemerkt en software doet al goede pogingen om te analyseren wat het afwijkende gedrag kan betekenen voor de koe. De wetenschap is echter nog lang niet klaar met onderzoeken. Henk Hogeveen, hoogleraar diergezondheidsmanagement, gaat tijdens Melken voor Morgen in op de moeilijkheden rondom detectie van mastitis en de mogelijkheden om het management van mastitis en enkele andere ziekten met sensortechniek te ondersteunen.
Ontdekken van mastitis
Waarom gaat het opsporen van mastitis met sensoren zo moeizaam? “Sensoren zijn nog lang niet in staat om perfect mastitis op te sporen”, zegt WUR-onderzoeker Henk Hogeveen. Op Melken voor Morgen gaat hij in op wat dan precies zo moeilijk is aan het ontdekken van mastitis. Daarvoor pakt hij er casussen bij uit het onderzoek om te laten zien wat precies de sensoren niet kunnen en dus waar de problemen ontstaan. Hogeveen blikt ook vooruit en kijkt naar wat wel kan met sensoren op het gebied van gezondheidsmonitoring bij melkvee en trekt conclusies over het gebruik van mastitissensoren in de toekomst.